Demonen

Een demon (van het Griekse δαίμων (daimoon), 'godheid') wordt gewoonlijk opgevat als een 'gevallen engel', 'duivel', of 'boze of onreineDe demon Baël geest'. De studie van demonen heet demonologie.

Oorspronkelijk was daimon een meer neutraal Grieks woord voor afgod en een vertaling van het Hebreeuwse elilim dat vrij vertaald nul of niets betekent. Hiermee werd in het Oude Testament door de profeten die de afgoderij bestreden spottend aangegeven dat degenen die in aanbidding neervielen voor de elilim van 'steen, hout en metaal', eigenlijk 'niets' vereerden.

Een daimon was in de Griekse opvatting meestal goedaardig. Met het woord werd aangeduid:

  • een tot god geworden (verklaarde) held
  • een goddelijke macht
  • een beschermengel
  • een intermediair tussen mensen en godheden

De Romeinse daemon kon goedaardig zijn als agathadaemon, maar er kwamen nu ook kwaadaardige cacodaemonen bij. Deze daemonen werden aangeroepen door een magiër, waarbij deze hun om hulp vroeg of hen dwong bepaalde dingen voor hem te doen.Een Egyptische demon met de kop van een ram

De term 'demon' zou vooral in het christendom een overwegend negatieve connotatie krijgen als een (uitsluitend) kwaadaardig wezen.

Het islamitische geloof kent eveneens demonen (een zogenaamde 'djinn'). In de islam staat de satan bekend onder de namen Sjejtan (of Shaitan) en Iblis. Volgens de moslimtraditie werd de satan opstandig toen hij van God voor Adam moest buigen ("Ik ben beter dan hij, want hij is geschapen uit aarde en ik uit vuur."), verhaald in soera Al-Hidjr. Hij zou weggezonden worden maar vroeg aan God respijt om de mensen te testen en hen van het geloof proberen af te keren. God stond hem dit toe. De satan wordt dus in de islam niet gezien als een tegenstander van God maar als een door God geschapen wezen en daarmee onder Gods controle. De Koran zegt dat goed en kwaad door God geschapen zijn.

In hindumythologie komen eveneens wezens voor die geclassificeerd kunnen worden als demonen, waaronder Rakshasas (met hun vorst Ravana), Asuras (halfgoden), Vetalas en Pishachas. De oudste demonen zijn de Asura, welke zowel goedaardig als kwaadaardig kunnen zijn.

Demonen in het hindoeïsme zijn vaak verbonden met het karma van iemand. Een persoon met een zeer slecht karma kan na zijn dood een demon worden.

Soms wordt het woord ‘demon’ in een betekenis gebruikt die nauwelijks met religie of zelfs maarDe demon Beëlzebub met bijgeloof te maken heeft. Bijvoorbeeld toen Pierre-Simon Laplace zich aan het begin van de 19e eeuw een voorstelling maakte van iets dat aan het begin van de 21e eeuw als een ‘universele supercomputer’ betiteld zou kunnen worden (het was door hem bedoeld als beeldspraak om het atheïstisch determinisme te definiëren), werd dit denkbeeldige voorwerp in christelijke kringen als de Demon van Laplace betiteld.

Ook het afgeleide woord ‘demoniseren’ wordt meestal in een niet-religieuze context gebruikt.

Demonen spelen vaak een rol in verhalen en fictie, vooral van het genre Fantasy. Een voorbeeld hiervan zijn de demonen in de spelserie Warcraft, die enkel uit zijn op chaos en vernietiging brengen over het heelal en daarbij de orde scheppende Titanen tegenwerken.

Veel mensen geloven tegenwoordig niet meer in het bestaan van engelen of demonen. Als ze al bestaan, worden ze gezien als manifestaties van het onbewuste of gewoon als krachten die ontspruiten uit menselijke karaktertrekken.